Modellenmakers, viruswatchers en juristen verdelen de koek, als het om warme aandacht van het missionaire coronakabinet gaat. Het grote ‘samen’ waarmee we het coronavirus eronder moesten krijgen, sluit nog steeds vele deskundigen uit, waaronder de meest effectieve. Dat schiet zo niet op. Vooral niet als er na corona nog wel één of twee grote uitdagingen in het verschiet liggen.
Het was voor Nederland onbekend terrein, zo wisten communicatiedeskundigen al in maart vorig jaar, toen de regering de eerste noodverordingen, dwangmaatregelen en coronaboetes bekendmaakte. Een boete van vierhonderd euro en een strafblad voor jongelui die in het park een balletje trappen, gedrag dat twee weken eerder nog volstrekt normaal was en toegejuicht werd.
Kon dat nou niet beter? Natuurlijk kon dat.
Ook Rutte wist dat een ruime meerderheid van pakweg tachtig procent van het begin af aan spontaan gemotiveerd was om thuis te blijven, mondkapjes te dragen, afstand te houden en wat verder nodig was om het coronavirus eronder te krijgen. Wie een nieuwe, dodelijke ziekte de wereld ziet overspoelen – het sterftecijfer lag aanvankelijk boven de drie procent – zeurt niet over een koffievergoeding voor (veilig!) thuiswerken.
Leerboekjes
De persconferenties van Rutte uit die tijd leken afkomstig uit de leerboekjes van de gedragswetenschap. Het accent lag op empathie, bemoediging en sociaal bewijs: ja, het is moeilijk; geweldig hoe iedereen zich houdt; we hebben wat over voor elkaar. En op deemoed en vastberadenheid: we weten nog maar de helft, maar we moet nu handelen; ik geloof dat ik dit van u mag vragen; hou vol. Iedereen die zijn angst wou omzetten in verantwoordelijk, volwassen gedrag kreeg hiervoor de panklare receptuur aangereikt door een premier die nog goed in de wedstrijd zat.
Maar niet iedereen zit op het puntje van z’n stoel voor de volgende persconferentie. Zelfs de best bekeken toespraken van Rutte zijn door de meeste Nederlanders niet bekeken. Desinteresse en gemakszucht zijn nu eenmaal normaal menselijke trekjes. Er zijn geen wetten die dat verbieden.
Maak het makkelijk
De WRR adviseerde in oktober vorig jaar hoe je ook deze mensen – pakweg de overige twintig procent – mee kunt krijgen in de maatregelen. Namelijk door tot op de hoogste beleidsniveau gedragsdeskundigen aan tafel te vragen, in plaats van de hardnekkige weigering daartoe van het ‘one trick pony’-OMT.
Luie en ongeïnteresseerde mensen doen immers precies wat je van ze wilt, zolang je de gewenste optie maar de meest gemakkelijke maakt. Elke crowd manager kan je uitleggen hoe je drukte in de winkelstraat en op het strand kunt voorkomen door spreiding in tijd en ruimte. Een winkelier die gratis handige mondkapjes aanreikt bij de ingang, ziet morrende klanten veranderen in aangenaam verrast publiek. Hetzelfde geldt voor contactvrije, sneldrogende desinfectie in plaats van een vieze plakkerige klodder. En de bereidheid tot testen, vaccineren of quarantaine neemt met sprongen toe zodra de overheid het gedoe eromheen maar oplost en wegneemt.
Het virus heeft bij komst van de ME immers al lang een sprongetje gemaakt van maximaal anderhalve meter naar één of meer nieuwe gastheren
Motivatie-killer
De gewenste gedragsverandering rond corona kan dus worden gerealiseerd met communicatie die voor pakweg tachtig procent van het publiek de motivatie versterkt, en voor twintig procent drempels wegneemt. Meestal een combinatie, uiteraard, maar dat zijn de basics. Dit samengestelde, effectieve beleid kent bovendien geen dwang. Dat voorkomt ‘reactance’: de weerstand die het oproept als een ander jou commandeert. Reactance is een motivatie-killer, je strijkt die tachtig procent dus tegen de haren in.
Slechts een klein percentage weerbarstigen toont verzet. Hardnekkige dwarsliggers, die soms een beetje gelijk hebben, maar merendeels gebrekkig in het reine zijn gekomen met een moeilijke puberteit. Deze corona-ontkenners vinden helaas bij de overheid een evenknie bij de juridische hulptroepen. Een apart volkje voor wie inzicht in de menselijke psyche doorgaans niet verder komt dan de toegelaten en verboden gedragingen in de meterslange rijen wetsboeken, die ze uit hun hoofd hebben geleerd.
Grapperhaus-affaire
Vreemd genoeg bepaalt juist het kat-en-muisspel tussen deze twee restcategorieën het discours van onze regering sinds de Grappenhaus-affaire – de ultieme demotivatie voor veel eertijds volgzame burgers. Ineens lijkt het alsof repressie met pantserwagens en waterkanonnen nodig is om besmetting te voorkomen en de zorg te ontlasten. Het handhavingsdiscours heeft sindsdien de prachtige speeches van Rutte van tijdens de eerste golf teniet gedaan.
Alsof we niet beter weten. Nog maar afgezien van het feit dat boa’s en ME’ers per definitie achter het net vissen, voor zover het indammen van besmettingen hun opdracht is. Het virus heeft bij hun komst immers al lang een sprongetje gemaakt van maximaal anderhalve meter naar één of meer nieuwe gastheren. Preventief werkt het evenmin. Met bijna honderdduizend boetes voor het negeren van de avondklok werd de ‘gepercipieerde pakkans’ op advies van de RIVM Gedragsunit fors opgevoerd, maar inmiddels blijkt dat de avondklok geen enkel effect op de besmettingen heeft gehad. Iets waarvoor diezelfde Gedragsunit van het RIVM overigens als een roepende in de woestijn heeft gewaarschuwd.
Polarisatie voorkomen
Het had makkelijk anders gekund, polarisatie op dit punt had voorkomen kunnen worden. Een avondklok als ‘dringend advies’ zou even effectief zijn geweest. Niet voor niets noemen voorstanders de avondklok in een adem met het maximum van één thuisbezoeker. Daarop was immers geen controle of handhaving mogelijk (er kwamen evenmin rellen uit voort), wat de meeste Nederlanders er niet van weerhield zoveel mogelijk rekening te houden met dat advies. Complimenten voor goed gedrag, of een zelfbeeld van bijdragen aan iets goeds, werken altijd beter dan boetes voor normaal menselijk gedrag.
Het is geen achteraf gepraat. Het coronavirus is een endemisch blijvertje geworden, dus de druk is nog niet van de ketel. De strekking van deze blues reikt bovendien verder dan de coronacrisis. In feite voert het terug op de constatering van de Britse premier David Cameron zo’n tien jaar geleden, dat geld en wetten als klassieke instrumenten van de overheid in belang zijn voorbijgestreefd door gedragsbeïnvloeding. Sindsdien zijn er meerdere Nobelprijzen voor uitgereikt. Het is in elk opzicht beter en effectiever om aansluiting te zoeken bij weerstanden en draagvlak in het normale streven en gedrag van mensen, dan met een grote zak geld of fysieke handhavers van hogerhand verzonnen gedrag af te dwingen. Het is niet moeilijk om nog een paar grote, mondiale issues te verzinnen waarvoor dit geldt…